Sindsdien heeft Couturier vele male ten paleize de pollepel geroerd als er voor de koninklijke familie een een dejeuner of een diner verzorgd moet worden. Als in april 1865 de Exposition Universelle d’Horticulture wordt geopend, verzorgd Couturier het menu en daar komen dan 18 gerechten op voor.
Tal van particuliere diners, maar ook officiële, verzorgt Couturier in en buiten Amsterdam, want zijn faam als kok groeit.
bron: J.T. Boekholt, citaat Ton Koot uit het Handelsblad van 4 oktober 1981 “Amsterdamse berichten”
Hij begint eerst met een zaak gevestigd aan de Leidsestraat 48, die hij vermoedelijk rond 1870 overneemt van A.W. Quint als Cuisinier en Patissier. In 1878 koopt hij op de veiling voor ƒ 90.000 Keizersgracht 674 met het koetshuis aan de Kerkstraat 261 en richt het in als een balzaal. In oktober 1879 verhuist hij naar zijn nieuwe zaal in dit huis. Al snel na de opening van Huize Couturier staat het huis in de gehele stad bekendheid als chique gelegenheid voor recepties en diners. Deze worden in die tijd steeds vaker buitenshuis gegeven, maar dan wel in een besloten gelegenheid. Er zijn wel meer van deze gelegenheden in de stad. Zo wordt in 1881 de viering van de 300ste verjaardag van Hooft door de P.Cz. Hooftcommissie afgesloten ten huize van de Heer Couturier.
Op 17 november 1917 draagt J.J.Couturier het huis over aan zijn zoon W.A.Couturier
Op 17 november 1917 draagt J.J.Couturier het huis over aan zijn zoon W.A.Couturier
Bron: Erwin Meijers, amsterdamsegrachtenhuizen.info
De Tijd 08-05-1878 |
Nieuws Van Den Dag 02-10-1879 |
Op 17 maart 1881 wordt de viering van de 300ste verjaardag van Hooft door de P.Cz. Hooftcommissie afgesloten ten huize van de Heer Couturier op de Keijzersgracht 674.
Het pand wordt in 1883 door gedeeltelijke bebouwing van de tuin verder uitgebreid met een zaal van 160 vierkante meter. Deze uitbouw is zeker niet overbodig in dit jaar met de grote Internationale Koloniale- en Uitvoerhandelstentoonstelling op het terrein van het dan in aanbouw zijnde Rijksmuseum. Als bijzonderheid heeft de zaal een koepelvormig plafond met een kroon van prisma's waarachter een gaslamp schuilt, dat door een elektrische vonk wordt aangestoken.
Algemeen Handelsblad 14-03-1881 |
De Amsterdammer 10-05-1883 |
Bron: Erwin Meijers, amsterdamsegrachtenhuizen.info
Op 30 oktober 1883 geeft de Japanse delegatie een soireé dansante bij Couturier
Maison Couturier rond 1900 (c) Stadsarchief Amsterdam |
Goedgekeurd ontwerp uit 1888 voor een markies boven de ingang van Maison Couturier
(c) Stadsarchief Amsterdam
|
Advertentie in De Geïllustreerde Gids voor Amsterdam en Omstreken van ca. 1900.
In Het Algemeen Handelsblad van 28-04-1905 staat het bericht dat J.J. Couturier sr. een vennootschap aangaat met zijn zonen Willem Ambrosius en Johannes Jacobus jr.
In het midden mijn overgrootvader Johannes Jacobus sr. met links mijn opa Johannes Jacobus jr. en rechts mijn oudoom Willem Ambrosius. |
Ontvangsten hebben in Maison Couturier aan de lopende band plaats. Zo wordt een diner verzorgd voor de officieren van het Zweedse marineschip Freda in 1901 en voor het Argentijnse fregat Presidente Sarmiento en het Noorse marineschip Ellida in 1902, de officieren van het Franse eskader, dat in 1911 President Armand Fallière begeleidt. J.J sr verzorgde het diner, dat de gemeenteraad aan burgemeester Jonkheer Mr. Dr. A. Röell in 1911 aanbied.
De officieren van het Noorse schip Frithjof worden in 1912 onthaald.Dan zijn er promotiediners, officieren van de schutterij, de Maatschappij van Nijverheid, de Internationale Bakkerij tentoonstelling, de Conférence Euro-péenne Combinée des Honoraires et des Voitures Directes, de Kamer van Koophandel, Olympische Comités...
bron: J.T. Boekholt, citaat Ton Koot uit het Handelsblad van 4 oktober 1981 “Amsterdamse berichten”